SV | Ik nu, en al het volk, dat bij mij is, zullen tot de stad naderen; en het zal geschieden, wanneer zij ons tegemoet zullen uitgaan, gelijk als in het eerst, zo zullen wij voor hun aangezicht vlieden. |
WLC | וַאֲנִ֗י וְכָל־הָעָם֙ אֲשֶׁ֣ר אִתִּ֔י נִקְרַ֖ב אֶל־הָעִ֑יר וְהָיָ֗ה כִּֽי־יֵצְא֤וּ לִקְרָאתֵ֙נוּ֙ כַּאֲשֶׁ֣ר בָּרִֽאשֹׁנָ֔ה וְנַ֖סְנוּ לִפְנֵיהֶֽם׃ |
Trans. | wa’ănî wəḵāl-hā‘ām ’ăšer ’itî niqəraḇ ’el-hā‘îr wəhāyâ kî-yēṣə’û liqərā’ṯēnû ka’ăšer bāri’šōnâ wənasənû lifənêhem: |
Ik nu, en al het volk, dat bij mij is, zullen tot de stad naderen; en het zal geschieden, wanneer zij ons tegemoet zullen uitgaan, gelijk als in het eerst, zo zullen wij voor hun aangezicht vlieden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Ik nu, en al het volk, dat bij mij is, zullen tot de stad naderen; en het zal geschieden, wanneer zij ons tegemoet zullen uitgaan, gelijk als in het eerst, zo zullen wij voor hun aangezicht vlieden.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!